Geen fanfare zonder lokaal
In de beginjaren van de fanfare vonden vergaderingen en repetities volgens beurtrol plaats in één van de 26 aangesloten herbergen van Zandvliet, als er een repetitielokaal aanwezig was. De locatie moest ook gelegen zijn binnen de buitenvesten (Conterscherp, Zuidvest, Walenhoek en Molenwal), zodat ze ook makkelijk bereikbaar was in het donker of bij slecht weer.
De Verbroedering had voor het eerst een stamlokaal in 1870. Voor 5 frank per maand kon de fanfare terecht op het bovenzaaltje van café ‘Den Anker’, vandaag ‘Het Nieuwe Testament’. In maart 1872 verhuisden we dan naar de overkant, naar ‘In de Jagersrust’. Deze afspanning-boerderij was 99 jaar de thuisbasis van de fanfare. De eigenaars waren ook nauw verbonden met de fanfare. Met eerst de familie Schroeyers die tot de stichtende leden behoorde en vanaf 1905 de familie Snoeckx. Toen deze familie verhuisde, moest ook de fanfare een nieuw lokaal zoeken.
Vanaf april 1971 was ‘De Martinushoeve’ de uitvalsbasis. Maar door de snelle groei van dit restaurant moesten we in 1976 echterl alweer op zoek naar een nieuwe thuisbasis.
Bouw van een eigen lokaal
Geen enkel ander lokaal in Zandvliet bleek geschikt te zijn. Toen kwam het idee om er zelf één te bouwen. In het Armenstraatje lag een geschikte grond al jaren braak. Eigenaar OCMW was bereid om deze te verhuren en de fanfare mocht er een ‘tijdelijke constructie’ bouwen. Dankzij gemeenteraadslid Graaf Le Grelle werd er enige vaart achter dit dossier gezet.
De bouw van het lokaal was een serieuze financiële inspanning. Een zevenjarige lening bij de bank, een erg goedkope lening bij Constant en Elisabeth Van Til-Van Hoof en een lening bij een twintigtal lid-gezinnen bracht het nodige geld bijeen.
Jef Van Dorst tekende het bouwplan uit en Jaak Pallemans coördineerde de werkzaamheden. Inspiratie kwam onder andere uit het bezoek aan de nieuwbouw van een fanfarelokaal in Hulshout.
Lokale handelaars als Berckmans en Hugens leverden het bouwmateriaal. De nodige kennis van loodgieterij, metselen en verwarming was aanwezig en vele handen hielpen mee bij het bouwen. Er was zelfs een beurtrol nodig om alle vrijwilligers de kans te geven om mee te werken. Een andere ploeg zorgde dan weer dat de werkers op vlak van eten en drinken niets te kort kwamen. Qua samenhorigheid was dit één van de hoogtepunten in de geschiedenis van de fanfare.
De werken startten in september 1977 en een dik half jaar later, op 1 april 1978, was het gebouw afgewerkt. Op 8 april 1978 was er de feestelijke ingebruikname.
FOTOREEKS: 10-A-bouw-lokaal-1_Fons, 10-B-bouw-lokaal-1_Fons, 10-C-bouw-lokaal-1_Fons, 10-D-bouw-lokaal-1_Fons, 10-E-bouw-lokaal-1_Fons
BIJSCHRIFT: In een recordtijd bouwden de leden hun eigen lokaal op
Intensief gebruik, en onderhoud
Na meer dan 40 jaar intensief gebruik is het huidige lokaal nog steeds in goede staat. Een uitgekiend onderhoudsplan zorgt ervoor dat er na elke activiteit goede afspraken zijn over het proper maken van het lokaal. En meerdere vaste kuisploegen, onder de aanstekelijke leiding van Alex Sleymer, zorgen voor een wekelijks onderhoud.
De jaarlijkse grote schoonmaak volgt in de week na het ‘gezellig samenzijn’. Elk hoekje en kantje komt dan aan de beurt: muren en plafonds afwassen, lampenkappen in de afwasbak, meubilair afwassen en daarnaast kleine herstellings-, opfrissings- of vernieuwingswerken. Overdag komen vooral de gepensioneerde leden helpen, de andere leden nemen de avondshift voor hun rekening.
Heel wat leden kunnen daardoor niet anders dan toegeven dat het bij KFVZ properder is dan bij hen thuis…
FOTO: 11-kuisploeg-na-zomerfeesten-2013
BIJSCHRIFT: Tevreden schoonmaakploeg in een tip-top-lokaal na zomerfeesten 2013
Thuis voor vele feesten
Door aanwezigheid van een uitgeruste keuken en een taptoog, was het fanfarelokaal getuige van heel wat feesten. Leden van de fanfare houden er trouwpartijen, babyborrels, verjaardagsfuiven, communiefeesten,… Ook hier bestaan duidelijke afspraken: enkel volwaardige leden kunnen het lokaal huren en het mag enkel gaan om activiteiten zonder winst met een familiaal karakter.
‘Toog houden’
“Geen klank zonder drank” is een typische uitdrukking in de muziekwereld. Gelukkig heeft onze fanfare steeds voldoende tappers gehad. Er zijn vaste ploegen tijdens de feesten en tijdens de wekelijkse repetities. Tijdens de repetities konden we al rekenen op Corry Van den Bussche, Jaak Van Kampen en Annie Jacobs, François Van den Bogaert en Imelda Geerts, François Sleymer en Rina Swagemakers (30 jaar!), Marie-Louise Rul en Rina Pittoors, Stan Brusten en Maria Van Den Acker. Het ‘toog houden’ is niet enkel pintjes tappen, maar ook zorgen dat alles klaarstaat voor de eerste muzikanten aankomen, afwassen, opruimen, afrekenen en ook de ‘tooghangers’ op tijd naar huis sturen… Wie bij een rondje niet mee wil drinken, kan ‘iets van ‘t schap pakken’. Dat is dan niet ‘tegen de kas van de fanfare’ een kleine versnapering zoals chips, nootjes, kauwgom, chocolade, … Ook de leerlingen van Hubert mogen elke week na hun les ‘iets van ‘t schap’ nemen.